JOHANNA RIPPERDA, de Vlam van Winsum

20 juni 2015
Categorie: Toneel

Het is volbracht! Het prachtige epische stuk Johanna Vlam van Winsum was een groot succes! Dank aan René en Nico en al die fantastische acteurs en actrices, medewerkers achter de schermen, muzikanten en sponsoren. In welk dorp wordt nu zo'n megaproduktie georganiseerd ... dát kán in Winsum! Dankbaar publiek, dankbare spelers ... en dan is het ineens zomaar weer voorbij ...



Promotie Winsum en de Stichting Kulturele Kommissie Winsum organiseren zaterdag 20 juni; ‘Johanna Ripperda, de vlam van Winsum’. Tien jaar na ‘De borgheer van Bellingeweer’ is Winsum weer toe aan een nieuw toneelstuk voor het hele dorp. Het stuk is geschreven door René Thedinga, al jarenlang de vaste schrijver van de Neijoarsveziede. Regie is in handen van Nico van der Wijk, die dezelfde Neijoarsveziede al jaren regisseert. Een beproefd duo!



Johanna Ripperda

Ik ben Johanna Ripperda. Ik woon, net als u, in Winsum, alleen ik in het jaar 1565. Samen met mijn vier broers Wigbolt, Onno, Peter en Asinge. Nou ja, Wigbolt en Onno studeren in Helvetia. Ik hoop dat ze snel terug komen. Want het gaat hier niet goed. We hebben ruzie met de stadjers. De arbeiders hebben honger en we hebben haast geen geld meer voor hun wedde. De piskijker, dr. Drikus, waarschuwt zelfs voor enge ziektes. Tot overmaat van ramp willen mijn broers mij uithuwe lijken aan Folkmar von Beninga, een Oostfries. Hij stinkt net zo als zijn geld. Moet ik mijn geluk opgeven voor de welvaart van mijn familie en ons dorp? Ik wil op de Vrouw Aemckenheerd blijven, samen met een prins, die mij verovert. Ik ben benieuwd hoe dit afloopt. U vast ook!
Krijg geen spijt, komt het zien:

Johanna Ripperda - Dr. Drikus

“Door die situatie met de stad Groningen, heb ik mijn studie tot chirurgijn moeten staken. Jammer. Barbier Onnes zou net een aderlating op een ter dood veroordeelde demonstreren. Heer Peter ontbood mij echter terug te keren naar Winsum. Begrijpelijk. Nu breng ik mijn kennis uit het eerste semester hier in praktijk. Ik ben met trots een geheel zelfstandig praktiserende piskijker. Jacoba de waarzegster noemt mij wel eens gekscherend ‘kwakzalver’. Grappig, niet? Ik droom van een school in onze eigen stad Winsum: de Gele School. Ik zal heer Asinge Ripperda vragen of er een plekje is nabij zijn Heerd. Voorlopig boek ik verbluffende resultaten, zoals laatst bij…..Excuseer “.
Dr. Drikus gaat plots in gezwinde spoed met Jacob de Visserman mee. Wat doethij daar met die kolf, bij die boom? Ook zo benieuwd hoe dit afloopt?
Krijg geen spijt, komt het zien:

Johanna Ripperda - Asinge

U kent mij misschien van de Ripperdaheerd? Ik ben Asinge. Ripperda. Heerenboer. Getrouwd met Bauwe. Een perfecte overeenkomst. Heeft ons geen windeieren gelegd. Toch gaat het slecht. Neem onze zoon Focco. Die is bij de hersenpan van onze Heer nog te dom om bier van kuit te onderscheiden. En dat stom getoeter. Verder ben ik bezorgd om het volk hier. Straks komen ze nog in opstand. Die bij de slijmvliezen van onze Heer arrogante stadjers zitten ons dwars. Net als de kloosterlingen. Het gaat zo slecht dat ik zonder dat pachtgeld van neef Johan van Ewsum geen wedde meer kan betalen. Laat staan de bruiloft. Van Johanna.
Hopelijk brengen Wigbolt en Onno kapitaal mee uit Helvetia. Ook zo benieuwd hoe dit afloopt? Krijg geen spijt, komt het zien:

Johanna Ripperda

“Onze zus verliest mij veel te vaak haar kop”, zegt Peter Ripperda. “Klopt”, zegt zijn oudste broer Onno, “laatst hoorde ik haar nog één of ander versje opzeggen, zo maar, uit het hoofd.” “Toch niet weer dat gewauwel over die prins en dat paard, hè”, zegt jongste broer Asinge. “Hahaha, sterker nog: een ridder..”, zegt Onno, die Hoofdeling van Winsum en Obergum wil worden, “wat haalt zij zich wel niet in het hoofd. Wij zijn Ommelander boeren, geen kasteelheren uit het Loiredal, hahaha”. Zijn twee broers schudden hun hoofd, ook al hebben ze geen idee waar Onno het nu opeens over heeft. “Ik krijg er koppijn van, zo langzamerhand”, zegt Asinge. Ach ja, de kuit van Marian doet niet alleen de dagelijkse ellende vergeten. En zeker niet als je van kopstootjes houdt. Broer Wigbolt heeft, aan zijn rood hoofd te zien, zijn bloeddruk nauwelijks nog onder controle: “Dat geflierefluit kunnen wij niet gebruiken. Deze hele toestand gaat ons nog eens de kop kosten”. Op Peters vraag wat hij daarmee bedoelt, antwoordt niet Wigbolt, maar Onno: “Wigbolt bedoelt hoofdzakelijk dat Johanna een kerel moet, eentje met veel grond en nog meer geld”. Peter buldert over het dorpsplein: “Zo is het! Eentje met een dikke kop”. “Hou nou toch eens je hoofd”, snauwt Wigbolt, “ze hoeven in Harssens niet te weten dat wij bijna koppie onder gaan…”. “Zo is het”, zegt Onno, “maar we gaan wel voor de hoofdprijs”.

Hoe lossen de broers Ripperda hun kopzorgen op? En wie speelt er nou eigenlijk de hoofdrol?
JOHANNA RIPPERDA, DE VLAM VAN WINSUM Zaterdag 20 juni 2015, 20.30 uur, Boogplein Winsum

De voorstelling is uitverkocht: alle 1000 kaarten zijn verkocht. Vanaf 19.30 kan iedereen met een kaartje het plein betreden, u wordt verzocht uiterlijk om 20.15 aanwezig te zijn. De ingang is tussen de oude VVV en de Wereldwinkel. Op het terrein kan alvast koffie, thee of een drankje worden genuttigd bij de samenwerkende Winsumer horeca. U wordt verzocht zoveel mogelijk te voet of op de fiets te komen. In de directe omgeving is geen gelegenheid voor parkeren; dat kan alleen bij het zwembad of de Rabobank. Er zijn (houten) tribunes en het is een avondvullend programma: stem uw kleding hierop af, paraplus zijn hinderlijk, dus niet gewenst, een kussentje is juist een aanrader. Er is een pauze en na afloop is er op het boogplein zelf een ‘afterparty’. Deze voorstelling van Promotie Winsum en SKKW wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het Loket Leefbaarheid en de Wierdastichting. En door inzet van heel veel vrijwilligers. Er wordt invulling gegeven aan de slogan van Promotie Winsum: Positief Winsum, van, met én voor elkaar.
­